maandag 28 februari 2022

Mijn bevrijding

Vaak moest ik reageren. Er was altijd wel iets, een vers of iets met voetnoten. Als je altijd reageert, dacht ik, dan is er een heen en weer. Kun je zeggen dat er beweging is wanneer er een heen is en een weer en verder geen keer? Dat nu ook weer niet. Het verloste me van die beweging, eindelijk was er iets afgelost. Van mijn moeder heb ik dit. Van mijn vader weer iets anders, de lak aan smaak. En aan geur. Ik reageerde om me te pushen tot smaak en geur. Als het van mezelf was geworden proefde ik eindelijk iets.

Zo leren we maar weer eens, beste kinders, dat een fluitje altijd handig is. Denk aan Schopenhauer die kundig de dwarsfluit bespeelde en zich aan het werk hield. Terwijl hij dat met zijn erfenis niet hoefde. Hij zong zich zodoende los van de wereld die hem ergerde. Ik ken dat. Ik fluit de dag op gang en ben al een millimeter los als het gevaarte over me rolt.

Van hondjes leren we dat je de geur ook kunt geven aan wat je tegenkomt. Je hoeft niet te wachten tot je vrij rondloopt, je hoeft je voortgang nauwelijks te onderbreken. Lees ik de krant, dan hebben ze hun vlagjes al geplant. Er is zo weinig wat je zelf hoeft te doen. Liggen, lezen, laten gaan. En mild glimlachen. Nog even en ik heb geen geur en smaak meer nodig. Ik doe mijn ogen halfdicht en kan je zien. Of horen is genoeg, wat je zegt.


zondag 27 februari 2022

Freeze

Neem dit niet persoonlijk. Ik tik immers tegen een scherm. Als ik dus toch persoonlijk word heeft dat te maken met retoriek. Nog steeds wil ik door imago en scherm naar je reiken. Ik ben kennelijk onwetend en dat wetend voed ik mezelf op met straffe hand. Ik ben verwikkeld in een proces waarin ze begonnen met het noemen van mijn naam. Ze kwamen er ook achter dat het proces al in mij plaatsvond. Zo konden ze me mooi pastoraal begeleiden en kon ik mezelf permanent beschuldigen van paranoia.

Het is dus effectiever om te coachen. Kom erachter waar iemand zit, in zijn proces, en intervenieer precies op dat punt. Dan heb je meteen ook een startpositie. Het probleem van een proces is immers dat er geen begin en eind aan is, dus is het eigenlijk ook geen proces. Alles wordt nu schimmig, want met het proces is de persoon ook niet echt een persoon meer. Die startpositie biedt dus houvast, het gaat voortaan om het handvat.

Het is toch formidabel hoe je met een paar handvatten het proces kunt sturen. Eigenlijk maakt het nu niet meer uit of we persoonlijk worden. Ik kan doorgaan met tikken en jij kunt denken dat ik jou coach, maar je kunt ook denken dat ik je niet coach. Zolang er iets gaat kunnen we spreken van een proces. Maar we kunnen ook zeggen dat er geen proces is. Dat geeft lucht! We kunnen nu alle kanten op. Dit is ons startpunt.

zaterdag 26 februari 2022

Onthouding

Nu onze actieradius beperkt is vallen we terug op onze houding. Achter de verklaringen en betreuringen zijn we onze houding aan het herzien. Hoe houden we ons, en vooral ook: hoe verhouden we ons tot de wereld die ons overvalt? Die ons overvalt terwijl we toch een houding hadden. En zelfs een verhouding. Wat moesten we ook anders. Actie kun je doen, maar in het geval van Oekraïne is dat toch wel bezwaarlijk, omdat we de atomaire gevolgen niet kunnen dragen.

Er is wel geopperd (Aristoteles) dat je een houding niet kunt hebben. De houding is evengoed wat jou heeft als wat jij hebt, het is jouw hebben. Het is jouw hebben en jouw houden, je hele hebben en houden. Daar komt nog iets bij. Bij alle rampspoed is je houding gebaat bij troost. Troost en hoop. Je moet ergens lichtpuntjes zien. En zo was er opluchting voelbaar toen China zich onthield van stemming in de Veiligheidsraad. Terwijl het de Russen toch leek te steunen.

Wat hier gaande is, is zeker onthouding. Is het een actie, een slimme strategie, een afzien van stellingname? Onthouding is zeker ook een houding. Ik durf nog verder te gaan en te overdenken of elke houding niet in de kern onthouding is. Wanneer je een houding niet kunt hebben, is de onthouding van de houding de kern van de houding. We zijn op zoek naar een beetje ontspanning, het loslaten van onze houding zodat die bij ons blijft.

vrijdag 25 februari 2022

Open gesprek

Jij en ik, we zijn lekker bezig. We stichten gemeenschap. Dat maakt nieuwsgierig. Laat ik mijn gedachten er eens over laten gaan. Lange tijd sprak ik alsof ik in een conferentie zat en iedereen om de beurt de anderen toesprak. Of eigenlijk was het meer een socratisch gesprek, waarin je samen op zoek was naar wat nou echt van waarde is. Of eigenlijk was het een lange zuiveringsactie waarin je de rommel bij de anderen opruimt en misschien ook een beetje bij jezelf.

En nu, ontstaat er al iets? Je vertelt me dat je moeite hebt met deze vorm. Het is te kort, te veel, niet helder. Het is duidelijk dat ik je niet bereik. Ik vraag me ook af of ik je wel wil bereiken. Als ik me dingen afvraag, is dat jij ineens doorgedrongen in dat ik. Niet dat het wat uitmaakt overigens, want bereiken doe ik nog steeds niet. En echt vragen ook niet, trouwens. Het loopt door, er gaat iets, er bladdert iets.

Om van gemeenschap te kunnen spreken moet je een duidelijk onderscheiden ik en jij hebben. Er moet ergens verschil zijn. Als er geen verschil is, is er taal die alleen door een eenling wordt gesproken. En dat kan niet, heb je gezegd. De gemeenschap, als die er al is, is die tussen de eenling die schrijft en de ander die zegt dat het niet kan. Wat gebeurt er als ik je gelijk geef? Hoe eindig ik dan deze blog? Wat hier staat kan niet. Dit kan niet het einde zijn.

donderdag 24 februari 2022

Niet mijn dag

Dit hier is imago. Hoe graag zou ik een gebaar maken naar jou toe. Hier, alsjeblieft, ook al kun je er niets mee! Hoe graag zou ik: zo lijkt het of mijn bedoelingen zelf gebaar zijn. Maar zeker ook dat ik mijn bedoelingen kenbaar maak, een beeld naar voren schuif dat boven mijn woorden hangt. Tussen mijn woorden en mijn gebaar schuift imago, archiveerbaar imago nog wel.

Imago is spektakel, wordt gezegd, bladdert zich los van eigendom. Het imago staat tussen ons, staat tussen mij en mezelf. Mijn archiveerbare imago bevat nog de merktekenen van mijn naam en van deze datum. Wat je ziet is wat je krijgt, mijn gedateerde persoon. Die gedateerde persoon - die ik ben, die zometeen in het archief bestaat - schuift tussen de dag en ons. De vlag van de dag. De vlag is het imago dat juist deze dag wordt gewist, in het land Oekraïne dat zogezegd door Lenin zou zijn uitgevonden en nu in rap tempo wordt gedecommunistiseerd of gedeneonazificeerd (= hetzelfde).

Ik kan niet zeggen dat het mijn dag is. Ik reik naar het eigendom dat onder mijn ogen wegfladdert richting spektakel. Zware bominslagen bij militaire doelen om een land dat niet bestaat uit te wissen, het niets te vernietigen met niets. Het is slechts imago, er resteert slechts imago. Alles wat we kunnen doen is kijken, kijken en wegkijken. Wegkijken zoals tot enkele uren geleden de bewoners van Charkiv om de oorlog even verderop de oorlog te laten en het leven te leven. Kijken omdat er een imago is. Omdat het imago wil worden gezien. En gesanctioneerd.


woensdag 23 februari 2022

Onderwijs is onze zorg

Onderwijs en zorg is één adem. Het zijn zorgenkindjes van een samenleving die het allemaal steeds moeilijker kan betalen. Onderwijs en zorg slurpen alles op wat elders wordt verdiend. Aan de andere kant moet je vaststellen dat je onderwijs en zorg wél nodig hebt. Dat hebben we tijdens de corona wel gemerkt. De kinderen thuis, dat werkt niet prettig. En zorg werd geblokkeerd door die coronapatiënten.

Onderwijs en zorg moeten zich dienstbaar opstellen. Meegaan met de toekomst. Weet je wat, we zetten het vol vrouwen. Die staan dicht bij de kinderen en patiënten. Ze voelen aan wat op een bepaald moment nodig is. Soms stellen ze eisen, maar ze zullen hun zorgenkindjes nooit in de steek laten. Zo geven ze op hun manier een bijdrage aan het echte leven, het leven van risico's en levenskunst. Bedrijvigheid, ondergang en herleving, het maken en herstellen van de wereld. Laten we die vrouwen dus dankbaar zijn.

De kinderen, ach, de kinderen. Ze gaan mee met de stroom. Ze verdienen onze toekomst, op hun manier bij te dragen aan onze toekomst. Maar wat moeten ze in de weer met tentakels. Ze worden gepest. Ze worden onderschat. Laten we hun goede gebouwen geven. En zorg! Veel zorg. De kinderen hebben het thuis niet makkelijk. Bij de professionele vrouwen zijn ze in goede aarde. Zo ontwikkelen ze zelfvertrouwen, weerstand. Als de tijd daar is zullen ze er staan, samen mee ondergaan en steeds weer worden geboren.


dinsdag 22 februari 2022

Mijn talent

Hoe groot of klein mijn talent ook, het is de bedoeling het te gebruiken. De gelijkenis van Jezus in Matteüs 25 spreekt voor zich. De heer gaat op reis en geeft geld in beheer aan zijn dienaren. Aan de eerste geeft hij vijf talenten (talent is een bepaald gewicht aan geld), aan de tweede twee en aan de derde één talent. Waarom zo verschillend? 'Ieder naar wat hij aankon.' Hier wordt dus een relatie gelegd tussen gewicht, geld en vermogen. Vermogen ook of vooral in de zin van wat iemand kan, waartoe iemand in staat is.

Ik word aangesproken door deze gelijkenis. Ik ben de derde dienaar die zijn talent uit angst voor de heer had begraven en het hem teruggeeft als hij terugkomt. Hij is de slechte dienaar, want zijn geld brengt geen rente op. De nutteloze dienaar moet in de uiterste duisternis worden geworpen, waar men jammert en knarsetandt. Beschouw deze blog als mijn talent dat ik alvast heb begraven in die uiterste duisternis, in de krochten van Google blogspot.

Mijn talent is het om een blog zoals deze te schrijven. De blog blijft in deze uithoek, en juist door mijn angst lok ik het schijnbaar strenge oordeel van de heer uit. Dat oordeel is bij nader inzien niet streng. Het komt overeen met de daad van de laffe, bange dienaar. Tegelijk wist het deze daad uit. De heer gebiedt om het ene talent terug te pakken van de dienaar en te geven aan de eerste dienaar, die zijn vijf talenten door investering heeft vermeerderd tot tien.

Een filosoof zou nu kunnen vragen: is het niet precies het talent van de derde dienaar om zijn talent te begraven? En heeft hij niet juist gezien dat zijn heer heel streng is? Maar een filosoof heeft hier weinig te zoeken. Het is een gelijkenis waarmee we hier te maken hebben, geen rechtstheorie. De gelijkenis opent zich door zich te sluiten. We kunnen de gelijkenis gebruiken alsof ze zelf een talent is. Maar de gelijkenis heeft geen betekenis zonder de derde dienaar, in de daad van deze dienaar spitst de gelijkenis zich toe.

Als ik die derde dienaar ben, gebruik ik de gelijkenis door hier tegen jou te zeggen dat zij zich opent op het moment dat zij zich sluit. De heer is degene die deze blog van me afpakt en geeft aan degene die er iets mee kan. Hier heb je hem, alsjeblieft.


maandag 21 februari 2022

Uitgezonderd de vader

De vader is taboe. Hier kun je wetenschappelijk naar kijken, zeker ook literair, maar misschien is de combinatie het doeltreffendst. Je schrijft, maar er moet iemand naar kijken, en wel degene die je altijd al in je hoofd had toen je schreef. Het is niet echt iemand over wie je praat tegen een ander, zoals gezegd is hij taboe. Wel mag je tegen hem praten, in wisselende modi, gehoorzamen, verzetten, in waanzin. Augustinus.

De vraag rijst of je wel mag zeggen dat de vader taboe is. Wat hangt er boven mijn hoofd wanneer ik dit zeg, om vast te stellen, te verordenen of om achter me te laten? Toen ik sprak over de overtreding, een paar dagen geleden, putte ik uit mijn herinnering. Ik had het over de moeder, de moeder zoals de ouden haar noemden, herinnering, geheugen, maar dan een waarnaar je steeds terug kunt, al is het in de fantasie.

Voor de vader moeten we een uitzondering maken. Hij is de uitzondering. Kijk eens naar mannen als ze hun ideale leeftijd al bereikt hebben, zeg zestien. Ze komen overal mee weg. Ze zijn onvoorspelbaar. Ze leven hun leven in uitzondering, en later kijken ze erop terug in nostalgie en tevredenheid, of in schaamte. Ze spreken tot God, die ze hun Vader noemen, en spreken het taboe uit. Genoeg, ik wil er niet meer over horen!

zondag 20 februari 2022

Ons diepste verlangen

Uit symbiose kan voortvloeien dat we overal in de moeder zijn. Het wordt dan zelfs onzeker of we al fantaserend niet daardoor al overal in de moeder zijn. Er wordt tegen ingebracht dat je ook met een werkelijke moeder te maken hebt. Die werkelijke moeder, zeg ik dan weer, zat ook vol fantasieën. Als mijn fantasie overloopt in de hare, hebben we dan dus te maken met een werkelijke symbiose, toch?

Al vaak heb ik gezegd, en nog niet genoeg, mijn moeder was het die boeken voor me aansleepte. Daarmee maakte ze de bibliotheek tot een oceanische symbiose. Zelf kunnen fietsen, omhoog langs de Samuel van Houtenstraat en de Van Limburg Stirumstraat, uitkomend bij de bibliotheek, en zelf kunnen kiezen gaven me in feite een abonnement op het blijven uitstromen in de moeder.

Anders dan mijn moeder graag wilde, werd ik geen dokter. Al vroeg ontdekte ik dat ik niet tegen bloed kon. Was ik soms te geestelijk? Of haakte ik lichamelijk af bij de hoge droom van mijn moeder? Dat zit dwars door elkaar, zoals een werkelijke symbiose betaamt. Toen al moest ik mijn geliefde teleurstellen en op een andere manier ook wel weer tevreden stellen. Wat is er mooier dan dag voor dag wegglijden in het archief.


zaterdag 19 februari 2022

Dag muzen!

De dag begint met een overtreding. De zon komt op en zoals de ouden zeggen, de zon ziet alles. En nog voor de zon opkomt zijn er de muzen. We lopen met papa het bos in om bij het vossenhol te liggen, stil! Of we blijven liggen, met de radio zachtjes aan, hopend op nog wat slaap. Dan, om het nog erger te maken allemaal, we gaan de dag plannen, als we tenminste niet in staat zijn de dag te laten gaan. Of nog erger, we laten de dag gaan.

Welke straf zullen we eens bedenken voor deze overtreding? Strafregel nummer een: bid tien weesgegroetjes en een onzevader. Kan tegenwoordig worden vervangen door drie alinea's schrijven. Strafregel twee: bedenk zelf wat je schrijft, onderwerp, uitwerking, klikken op het vakje Publiceren. Strafregel drie: hangen, hangen tussen schaamte en trots, hangen boven de dag, hoe dan ook hangen zul je.

De straf moet namelijk zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met de overtreding. De muzen zijn nog steeds dochters van de overspelige Zeus, hun gedans zal de daad nooit ongedaan maken, hun gedans is mijn verleiding en mijn straf. Ik kan daar makkelijk over denken, aan het begin van de dag heb je nog tijd zat om je zonden te overdenken. Dansen is niet mijn sterkste punt. Laat ik dus dansen zonder dans, dansen zonder verleiding.


vrijdag 18 februari 2022

Nog steeds verliefd

Taal is mijn vriend, heb ik vaak gezegd. Taal spreekt voor zich, zei de taal in mij. Als je van taal houdt, wil je meeluisteren als er iets over wordt gezegd. Taal ontstond ooit ergens, wie weet. En later werd het nog bonter, toen ging taal op reis, zo ongeveer vanuit het gebied dat nu op ontploffen staat of nog verder. Allerlei pijltjes kwamen onze kant op, splitsten, kwamen samen, hingen als scherm boven het grotere gebied. Dat weten we dan ook weer. Was het anders, ook goed.

Ach, dat Russisch klinkt zo mooi. Ik ken een paar woorden en mijn fantasie slaat Russisch op hol. Iedereen mijn vriend, maj dróeg, en iedereen een tikkie waanzinnig, sjoemasjédsjij. Ik droomde dat ze met hun tanks onze straat binnenrolden. Ik naar buiten, de klep gaat open, de Siberische muts roept iets. Dat ik dus versta, sjóet sjóet (beetje beetje). Of nog verder, bloedverwanten, vriendschap kent geen grenzen.

Nu wij. We zijn ook binnengerold, nog verder. Onze taal spraken ze al. Het waren vrienden, Oeroeg was ook onze vriend. Zo konden we onszelf in de spiegel kijken, zeker een halve eeuw. Nu is de taal nog steeds wat we overhouden. Ach, hoe mooi geschreven dat rapport! En sorry, duizendmaal sorry! Onze liefde voor de taal, Engels of Nederlands maakt niet uit, taal kent geen grenzen.

donderdag 17 februari 2022

Vragen met de antwoorden

Onderhand vraag ik me af waarom ik zulke korte stukjes schrijf. Ik hoef geen rekening meer te houden met de lezer, dus dat zal het niet zijn. Wel komt er meteen een vervolgvraag in me op. Voor wie zou ik me moeten verantwoorden? Het lijkt erop dat ik me nu voor mezelf zit te verantwoorden, waarbij jij toekijkt. Hoe dan ook kijk jij toe. En omdat ik jou zoals gisteren gezegd niet kan zien, ik zie immers het scherm, kunnen er andere antwoorden opduiken, antwoorden van anderen.

Het juiste antwoord op de vraag waarom ik zulke korte stukjes schrijf is dat ik mezelf ertoe wil brengen de dingen simpeler te zien. De dingen die simpel zijn überhaupt te zien. Zo kunnen we geschoold worden in het ontdekken van intersectionistische krachten. Vaak het is simpeler. Een groep jongens (afkomst speelt misschien inderdaad intersectionistisch een rol, maar verhult weer de simpelheid van het gebeuren). Ze vroegen een leerling van mij: jij bent toch een homo? Het antwoord was ja. Dan moet jij opgehangen worden, homo's moeten dood.

Het antwoord was simpel. Daarom moet er niet per se een lange beschouwing over worden geschreven. Het antwoord spreekt meer dan dit stukje. Er is moed voor nodig, en de mogelijke desastreuze gevolgen zijn zwaarder. Het moet dus de lichtheid zijn die ik zoek, het antwoord op de vraag waarom ik leef, een gebeuren dat ik soms als zwaar ervaar. Zo moet ik misschien steeds weer in een zweeftoestand raken, ergens tussen ontsnapping en voorbereiding. En dat nog wel in de trein die me heen brengt en terug brengt.


woensdag 16 februari 2022

Tikken tegen het scherm

Dit is een bijdrage aan de schermificatie van de samenleving. Nu de trompet wordt geblazen over de bevrijding van corona gaan we beleven welke dingen blijven. Het scherm is de overkoepelende term voor dit blijvende en heeft een concrete vorm. Het regent en ik loop met mijn scherm over straat. Het scherm gaat uit de grond komen als scheerling. Het scherm is de manier om letters onder stroom te zetten.

Liever hadden we papier, zeggen ze me. Ik loop 's weekends langs de sprengen, de Hollandse aquaducten die het water naar de molens leidden die het hout verfijnden tot papier. Papier is goed, zeggen ze, het vergaat, het is al stof voordat het vergaat. Het is zelf een ding, nog voor we lezen hebben we papier in handen. En ja, zeg ik, het papier ligt op zolder. Het wordt niet meer gelezen maar blijft met perkament de oervorm van het lezen. We slokten de boeken, met huid en haar, en dus met papier.

Het scherm is er maar ook niet. We kijken er blind doorheen zoals de vlieg door het glas. De woorden draaien steeds kleinere rondjes om de lichtbron die zich wel ergens achter het scherm moet bevinden. Het licht van de grote ander straalt op ons af, God ziet ons van aangezicht tot aangezicht. En ik maar doortikken.


dinsdag 15 februari 2022

Aanmoedigingsprijs

Twee is voldoende, zei ik vroeger al tegen mezelf. Vannacht nog hoorde ik een schrijver die dagenlang door de Finse bossen loopt, en soms tegen zichzelf zegt: dit is voldoende. Maar die onzekerheid, die loopt ook altijd met je mee. Je hebt dus iemand nodig die tegen je zegt: ik lees je. Dat er dan nog iemand is, die weer een ander laat meelezen, pure weelde!

De schrijver heeft twee taken. Hij moet de lezer lastigvallen zoals Socrates deed. Dan vergeet je dus dat Socrates geen schrijver was. Plato (de schrijver van het personage Socrates) liep bij mijn weten niet over de markt om mensen lastig te vallen. De schrijver heeft dus ook tot taak om de mensen tegen zijn teksten te beschermen. Hij vraagt, zoals Vergilius, Thomas, Kafka en de nazi's, om de teksten in de fik te steken omdat hij weet dat ze niets waard zijn en het leven der mensen kunnen verpesten.

Daarom moeten het er twee zijn, twee lezers die mij graag lezen en mij op die manier aanmoedigen om door te gaan met schrijven. Aan hen de zware taak om de narcist te blijven voeden met complimenten. Daarmee - tweede taak - houden ze ook de andere vrienden uit de wind tegen deze schrijver, de schrijver die liefst de hele wereld in de fik steekt om aan brandstof te komen voor zijn energieslurpende voertuig. Hij houdt zichzelf met moeite in bedwang, een pilletje per dag om te kalmeren. Twee helpers zijn absoluut nodig.


maandag 14 februari 2022

Ik geef het maar door

Je moet er doorheen. Dat is onvermijdelijk. Zo gauw je doorhebt dat je je in een serie metamorfoses bevindt, is het doorheen jouw manier om te bestaan. Dat doorheen kent een aantal afleidingen. Denk aan het trans, het tra, het passen waar we het over hadden, pas op de plaats, en waarom dus niet ook pasen. Kijk naar het voetbal en je ogen gaan open. Aanname, zeker, maar meteen bliksemsnel doorgeven.

Ik houd mijn hart vast als ik aan mijn vader denk, of aan mijn kinderen. Ik ben hun doorheen. Dna is ook maar een symbool, nog wel een dat precies telt. Ik geef door in traditie en zadel hen op met wat mij opgezadeld werd. Ik verraad de traditie, en verraad hoort ook bij de regels van dit spel, trahir kun je traduire.

Ik geef ook alleen maar door, en hoop me daarmee te verexcuseren. Ook die excuusdwang geef ik door, mijn dochters zeggen sorry of geven de aanklacht door. Hoe lang nog kun je niet meer vragen, het is niet meer jouw hoe lang nog, het tra en trans vermeerdert zich vooruit. En terug, niet te vergeten. We hebben het door of niet, we geven het door voordat we het doorhebben. De geschiedenis staat op in ons, ook de dromen die je bent vergeten zijn je dromen, je hartklop verraadt je.


zondag 13 februari 2022

De boom die past

In de winter zie je door het bos alle bomen. Je kunt ze nog niet bladderen, maar wat geeft het. Je wil graag alleen zijn, maar dat wil je toch ook weer delen. Tot je vreugde loop je soms samen, je bent getuige van de wandeling van je vriend en andersom. Met je verstand, maar ook met je gevoel, zoek je de derde die jullie deling kan bezegenen. Het is dan alleen nog even wachten op de juiste boom.

Dertig passen voor jullie staat een stel bij een boom. De man alweer bijna verder, de vrouw nog om de boom. Het kan niet zomaar een boom zijn, want de vrouw omarmt hem. Hij heeft bijzondere kleuren en is precies dik genoeg. Zo dik dat de vrouw er niet omheen kan, met haar armen. Ze kan de boom niet tegenhouden, en dat is precies de bedoeling.

Nu ben ik. Deze boom had ook een andere boom kunnen zijn. Hij is dun, mijn armen omvatten deels lucht. Mijn vriend lacht, ik word er vrolijk van. Dertig passen verder lopen we langs die andere boom, de juiste boom. De vrouw is alweer verder. De boom maakt pas op de plaats.


zaterdag 12 februari 2022

Geen droomanalyse

Ze zeggen dat je altijd droomt, maar de meeste dromen vergeet. Daarom kan ik ook niet zeggen dat ik nooit droom. Als ik wakker word en mijn droom nog weet, dan ben ik heel ontspannen geweest. Zo ontspannen dat ik de grootse spanningen van mijn dromen durf toe te laten.

Iets begint vanuit een situatie die ik vaak meemaak. Ik loop door school en zoek het lokaal waar ik zometeen les moet geven. Ik loop een gang in, en zie daar een trap die helaas niet naar de verdieping gaat waar ik naartoe moet. Steeds meer raak ik verzeild in gangen, trappenhuizen en liften die me heel hoog voeren. Daar moet ik in een buitenlift, een kleine cabine met doorzichtige wanden.

Ik geef les aan tien leerlingen, op de eerste schooldag. Dan komen er vier bij. Ik moet hun namen opzoeken en afvinken. Ik ga weer vertellen en op het bord schrijven. Dan komen er weer tien bij, en daarna nog meer. Ze zijn vrolijk en geïnteresseerd. Dat willen ze ook graag met elkaar delen. Wie ben ik, Jezus van de bergrede of de gek op het marktplein die niet eens wordt uitgelachen omdat hij maar blijft doorpraten?

Je zou kunnen zeggen: van het een komt het ander. In mijn droom kom ik van het een in het ander. De overgang van werkelijkheid in de droom naar onwaarschijnlijkheid verloopt geleidelijk. Je zou kunnen zeggen: als ik gedroomd heb, ben ik sterk geneigd om te analyseren. Ik weet inmiddels dat ik mijn meeste dromen niet analyseer omdat ik ze me niet herinner.


vrijdag 11 februari 2022

Ontzetting

Ambiorix laat er geen dag en geen nacht tussen. Hij lokt de onzen uit hun winterkwartieren en valt aan. Caesar bevindt zich op twee dagmarsen afstand. Als hij via gezanten verneemt dat de onzen worden belegerd komt hij hen te hulp. Hij laat er geen dag en geen nacht tussen. Met een aantal verrassende acties ontzet hij de onzen.

Het project romanisering is gelukt, zoals blijkt uit de taal. De vijand doet wat wij doen en kan daarom worden opgenomen in het rijk. Als de vijand ons overtreft, in moed, in wildheid, zoals de Germaan, dan sluiten we hem buiten. De rivier is onze vriend. Hij zorgt voor transport, luxe, bescherming.

Romanisering betekent ontzetting. Niet alleen de mannen, ook de vrouwen en kinderen worden voor slavernij afgevoerd of gedood. Het verhaal wordt verteld opdat de volkeren met hun verzet geen steun meer vinden. Ze hebben ons om hulp gevraagd, ze moeten horen dat Caesar genadig is, ze versterken met hun jongemannen onze legioenen.


donderdag 10 februari 2022

Lijnenspel

Een goed landschap verdeel je in drieën. Daar tussen akker en lucht moet de bomenrij zijn. Licht naar beneden, vocht naar boven. Aarde wordt water wordt lucht, lucht wordt licht wordt blad wordt grond. Het vuur moet ergens zijn, anders was het landschap kil.

Wie zoekt zal vinden. En als het er al is, hoef je niet meer te zoeken. Zo adviseer ik leerlingen om eerst na te denken voor ze het monsterlijke woordenboek induiken. Het is een lose lose als je doorkrijgt dat je had moeten nadenken voor je was begonnen.

Alles komt dus aan op timing. Je moet het juiste ding op het juiste moment weten. Daarna kun je je succesvol afschermen tegen het denken en het succesvol verwelkomen. Het wordt een loose loose. Ongetwijfeld (twijfel is nu niet meer nodig) is daarom die landschapslijn niet scherp, en spelen de drie vage lagen hun spel.

Alles stond klaar voor die vierde, onzichtbare lijn. De treindraden drijven ons door dit landschap dat zijn toespitsing vindt in deze punt.


woensdag 9 februari 2022

Wat meeklinkt

We zijn er al. We waren er altijd al. Hoe komen we daar dan? Nou, eenvoudig, via de terugkeer. Je houdt je dood, en ineens ben je het zat. Je staat op en loopt rondjes door je leven. En gaat weer liggen. Lekker!

Gisteren beheerste ik de kunst van het door de wekker heen slapen. Beheersing is een misplaatst woord, want het moet maar lukken. Je gaat twijfelen aan de wekker, aan alle middelen. Vervolgens ga je geloven in magie.

Er moet liever iets in de dingen zelf zitten wat ons leidt. Zodat de fatale strategie ons bij de dingen brengt zoals ze zijn. De mensen, Grieken, Hollanders, waren dol op de deus ex machina, de takel die spektakel bracht aan het eind van het stuk. Uitluiding. Ooit vinden we zoiets uit voor de inluiding.

Een kleine oneffenheid, zoals vier alinea's nadat mijn format zich enigszins had uitgekristalliseerd in drie. Ooit mocht ik een carillon inspelen, zodat mijn oneffenheid in het ding zelf zat. De oneffenheid leidde de mensen om twaalf uur naar hun lunch.


dinsdag 8 februari 2022

Er huist een ridder in mij

Anders zou hij niet op zijn paard zitten, al is dat paard nog zo klein (het schenen meer pony's te zijn). Ze sturen hem naar verre streken. Daar belaagt hij de mensen met zijn zware bagage. De burcht moet beschermd, voorverdedigd.

Zelf ben ik liever thuis, de vijand verrast graag en op weg naar het Heilige Land kun je de aanval verwachten. Mijn ridder ziet nu ook dat hij beter thuis kan blijven. Steeds kleiner werden zijn rondjes. Waarom zou hij ook ver gaan? Breng je bagage niet, gaf ik hem mee, vind hem bij de vrouw die je daarna weer bezingt.

Buiten is het weer veilig, de vrouwen missen hem niet. Als hij zich slecht op zijn gemak voelt, kalmeer ik hem met hoge woorden, spelletjes. We tellen vogeltjes en schieten ze een voor een van hun touw. Ja, mijn ridder en ik, we spreiden de idealen als een deken om ons heen, we houden ze graag bij de grond.


maandag 7 februari 2022

Deur dicht

Je kunt wel met zoiets als dit beginnen, maar je kunt er niet mee eindigen. Je kunt de deur wel dichtdoen, maar het verhaal gaat verder. Ik was mij hiervan gelukkig niet bewust toen ik begon. Ik hield de deur dicht van mijn bewustzijn om te kunnen beginnen. Toen ik begon werd ik me ervan bewust dat ik doorging met wat ik in andere blogs al deed. Kortom, de deur staat op de plaats waar het doorgaat.

Kom je dus na je dood ergens terecht, dan zou dat zomaar de kamer van Huis clos kunnen zijn, het beroemde toneelstuk van Sartre met in de hoofdrollen Inès, Garcin en Estelle. Niet dat dit ertoe doet, want we herinneren ons alleen 'L'enfer, c'est les autres'. De deuren zijn dicht, er hangen geen spiegels. Net als in onze kamer. We hebben elkaar nodig als spiegel.

De uitspraak van ik weet niet meer wie in het stuk over die hel en de anderen is de deur die het hiernamaals dicht houdt. Er gebeurt niets meer. Het stuk is niet uitnodigend, qua toonzetting. Of we lezen het als een metafoor. Je kunt zowat alles opvatten als metafoor. Het stuk spiegelt ons leven, onze kamer. Een slimmerik zou nu zeggen: als je de gesloten kamer kunt opvatten als metafoor, dan is het geen gesloten kamer. Ik zeg: dat is jouw conclusie, een sluiting, dus een opening.

zondag 6 februari 2022

Elke dag vlaggendag

Eens kijken of ik dit volhoud, elke dag een vlag. Nullus dies sine linea. Het houdt je op gang, je staat ergens bij stil. Het wappert, het bladdert. Ik doe iets terug tegen de scheurkalender. Hoewel die ook geschreven is, maar niet op de bewuste dag.

We zeggen territorium, overwinning, natie. Waar dat wordt gezegd, wordt iets gewist. Monument, dat wil zeggen mijn monument. Ik duik in het gat van de geboorte. Dank u voor deze nieuwe morgen. Is waarnaar ik luister mijn geweten zodat ik eindelijk mijn schuld kan wissen?

Waar de ene hand geeft, neemt de andere. Waar de ene dag reikt, wijkt de andere. Als ik dag zeg, is niet helder welke precies. Het gaat nog verder. Via de markering naar het gebladder. Ik leg mijn vlag over de dag, niemand die hem nog gezien heeft. Er bolt, er wimpelt nog iets. Dag dag.


zaterdag 5 februari 2022

Politiek dood

Mijn moeder zei: als je heel slim bent, en dan nog slimmer, dan word je debiel. Het is dus een cirkel waarin je zit, dacht ik. Ook fantaseerde ik dat ik oud was en naast andere oude mannetjes op een bank bij de Meezenbroekervijver zat. En nu ik die leeftijd nader zoek ik aansluiting bij die jongen van tien. Ook dat is een cirkel waar je uitkomt bij het begin als je doorgaat.

Zo nam ik me steeds voor om eerder van de lente te genieten. Door de opwarming word ik op mijn wenken bediend. In december zag ik al bloesem. In januari staken de sprieten van de narcissen al uit de grond. Eindelijk zag ik de knoppen van de rododendron.

Zou je zo ook nieuwe politiek kunnen zien? Als je even beter kijkt zie je een prachtige samenleving in de knop. Je zou alle politiek willen doodmaken om het proces te versnellen. Tegen je slachtoffers zeg je: dood is niet dood, je maakt de grond vruchtbaar voor over een paar honderd jaar. Net op tijd houd je je in. Je houdt je dood.


vrijdag 4 februari 2022

Je moeder

Anton luister, je kunt opnieuw beginnen, resetten wat je wil. Je kunt de wereld uitschelden dat die blijft terwijl jij wil bewegen. Maar kijk naar jezelf. In alles ademt de oude Anton in de zogenaamd nieuwe. Je bent zelf degene die blijft, jij bent de blijvende. Je verleent je diensten, gevraagd en ongevraagd, en moppert zoals je moeder dat je begrepen en ongewenst bent. Of onbegrepen en gewenst.

Heb je het over symbiose, dan omhels je de moeder in jezelf, jouw moeder.

Zit ik niet op jouw golflengte, is dat je probleem? Lost het iets op als je jezelf toespreekt? Ik zou zeggen probeer het eens uit. Vergeet niet te luisteren, maar dat zei ik al.

Wat je hoort is een scheldpartij. Dat is altijd het eerste wat je doet, als je na de rotonde langs de plassen fietst. Je kijkt naar de opkomende zon, ha, bevrijding. Dan begin je te schelden. Ja, je bent onderweg naar je werk, en belt tegen de rug van de pubers. Waarom dacht je dat die zo langzaam fietsten?

Golflengte, dat is wat je verder brengt bij jouw gefiets en je geren, en je vloeken hebben je daarheen gebracht.


donderdag 3 februari 2022

Mediamiek begaafd

Er was een tijd waarin dat gefladder nog in lijn te brengen was. Er was daarboven iets of iemand, en die blies ons niet (zoals De Heer, zie vorige blog) de adem in (of Zijn adem uit, wat dus op hetzelfde neerkwam) (moet ik nu alles weer herkauwen?? Bladder toch gewoon terug!), maar het was iets subtielers en misschien ook al een stuk helderder. Er was ook gewoon geen probleem met de bagage, want als je die had, bijvoorbeeld als je mediamiek begaafd was, dan kreeg je je boodschappen gewoon thuisbezorgd.

Ook als het allemaal een stuk minder helder was, was er geen probleem. Je liep naar het orakel, die tandeloze vrouw, en die vertelde je namens de god wat je te wachten stond, en jij deed ermee wat je op dat moment kon gebruiken. Werkelijk nooit een echt probleem! Integendeel, als je een probleem had, was er altijd die uitweg. Dus, voor de luisteraars, nog één keer, of je nu mediamiek begaafd was of niet, je kon altijd de lijn doortrekken van de gebruiker naar de gever, en van de gever naar de gebruiker. Het medium was alles, en het was niets.

Ik was ook heel lang zo'n medium, kinders. Vadertje las de teksten en vertelde jullie wat erin stond, zodat je dat spul zelf niet hoefde te lezen, of liever: zodat vadertje nog in de illusie kon verkeren dat hij iets met jullie deelde, jullie iets 'mededeelde'. Heel langzaam, langzamer dan nodig, denk ik nu, drong tot vadertje door dat die lezers geen boodschap hadden aan die wijsheid. Misschien wel aan wijsheid, maar niet díe wijsheid. Sorry! riepen ze dan, en ik riep weer terug: Geen reden om sorry te zeggen!

Misschien ben je altijd wel een medium, of misschien - zoals met dat gefladder, zie weer vorige blogs - tuur je vaak al naar die dingen zoals bagage die ergens fladderen, zodat je op een of andere manier met die media in contact staat, al is het maar door ernaar te turen. Heel lang denk je dat je erheen moet. Ben je geen medium, dan wil je het worden, of denk je dat je het had kunnen worden, moeten worden zelfs. Priesterlijke roeping! Priesterroeping!

Je ontdekt gelukkig de reddende functie van zweet, van jeuk, van het bijna gevoelloze. De mens die steeds op de afslag staat, dier of machine, dier en machine. Geen mens zonder dier, en/of machine. Daar gaat de priester, daar gaat het medium, daar gaat weer iets.


woensdag 2 februari 2022

Mijn bagage

De Heer blies Zijn adem in mij. Ik kan wel denken dat ik adem, maar wat heen gaat en wat weer is nu structureel onhelder. Kon ik gisteren nog zwelgen in de symbiose, vandaag wringt het. De Heer kan ik met een van mijn ademtochten laten wegglijden in het al, dat gaat nog wel. Maar er blijft zoiets als wat er blijft, en daar kom je niet bij en niet van los. Noem het de wereld, die mijn adem altijd ontvangt, of misschien ben ik dus die ontvanger en is het de wereld die mij die adem geeft.

Lang heb ik die wereld gezien als gastheer. Jij komt met iets, met bagage, en ik zorg dat er iets mee gebeurt. Daarmee zeggen we in één adem ook dat jouw bagage past bij wat ik ervan maak. Dat zegt dus die gastheer. Toen waren er momenten dat het ergens bleef fladderen. Of bladderen dus. Het bleef bladderen ergens tussen die wereld en mij. Nu weet ik ook niet meer of die bagage iets voor die wereld is.

De bagage zoekt nog zijn weg. Misschien wel hier, in deze enkele ademtochten waar ze fladdert. Ik ben geen zender meer, geen ontvanger. En ook heb ik de rollen niet omgedraaid, ik ben niet jouw gastheer. Bladderen is zoiets als bladeren in de wind, of iets eerder, of iets later. Er is daar iets wat gaat.

dinsdag 1 februari 2022

Daar gaat het

Je kunt nog zo veel, je kunt nog zo vaak. En dan blijft het ergens, of het vliegt maar weet niet waarheen. Met je blik ga je terug, en je merkt dat het ergens vandaan komt, of misschien wel nergens. Dan komt het moment dat je zegt: schijnbaar ergens, dan moet het ergens. Dat kan niet de bedoeling zijn. Je kruipt terug naar waar je vandaan kwam. Daar blijf je, daar kun je nog steeds naartoe.

Je had het moment bereikt waarop je zei dat je het niet over je lezer wilde storten. Waarom niet, lijkt me duidelijk. Alles wat je bent, alles wat je zegt, stort je over je lezer. Waarom nog mailen, waarom nog posten. Als dat geen verdubbeling is. En dan nog een verdubbeling die afbladdert. Afbladdert.... als het dan toch bladdert, dan bladdert het. Pak je de blower, jaag je het naar het veld, waar de werkers het terugblowen naar je pad.

Daar bladdert het lekker verder.


Licht verzet

Ik houd niet van bevelen. Zo te zien houd ik meer van een bekentenis. De vraag is of ik een goede titel had gekozen met bladder dit. Nu sta ...