zondag 19 juni 2022

Geparkeerd

Nu de natuur opgegeven is hebben we weer natuur. Eerst was het de plaats waar we even konden bijkomen van de stad, dus deel van de stad. In Nederland zag je wat overal al het geval was, alles werd park. De stad werd Parkstad. Het park was bedoeld om ergens mooi te zijn. Op afstand droomden we van rondhangen. Toen we er waren kwamen we te laat. De jongeren vierden daar elkaar al met blikjes en zakken.

Met corona werd de natuur plaats van verbanning. We dwaalden er rondjes, waar moesten we anders heen. Zo maakten we wel weer contact met de wolf, ridder en mysticus in onszelf. Onze vogelkennis versterkte aanzienlijk. De Rousseau in het diepst van onze gedachten verhief ons tot democraat. Terug bij de gemeenschap dansten we rond de meiboom. We kregen oog voor de sluippaadjes en de rijkdom van het afval. We leefden kortom op de rand.

Het lijkt erop dat we er klaar voor zijn, de laatste fase, de blik achterom bij het afscheid. Misschien kwamen we er dichtbij toen we op zondag wilden parkeren om te wandelen. De roodwitte linten, de parkwachten. Verbannen uit ons verbanningsoord moesten we op kamers. Als je geluk had je eigen kamer. Nu er oorlog is weten we hoe heerlijk dat is. We maken de reis waar monniken eeuwen over deden. Eerst de woestijn, toen daar samen, toen alleen op cel. De woestijn de woestijn laten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Licht verzet

Ik houd niet van bevelen. Zo te zien houd ik meer van een bekentenis. De vraag is of ik een goede titel had gekozen met bladder dit. Nu sta ...