maandag 24 oktober 2022

Waarom ik dichters in de buurt houd

Observeren is ook een vorm van serveren. Je bedient de wereld door naar het tafeltje te lopen en te vragen wat ze gehad had willen hebben. Je had die wereld al gezien natuurlijk, maar kijken is nooit zomaar. Het is kijken met het oog op. Dit verklaart waarom dichters zo geprezen worden met hun observaties. Ze kijken, maar nooit zomaar. Ze zien ook echt dingen. En wat ze zien, daarvoor plooien ze de taal. Zo ontplooien dichters hun macht: zwijgen, kijken, spreken.

Het is maar de vraag of dichters ergens voor dienen, met hun observaties. Het lijkt of ze ons een lesje willen leren. Kijk mij eens liefhebben, zeggen ze, volg mij met je ogen! Waardoor je alsnog gaat twijfelen dat die dichters liefhebben. Ze leren lesjes, ze temmen, die hele wereld en die hele taal zijn hun hondjes. Dichters dienen nergens en niemand toe. Het zijn echte leiders, echte doeners. Hun uitleggers zijn ze altijd voor.

Kan toch zijn dat ze liefhebben, die dichters. Alleen is liefde vaak anders dan ik dacht. Het is een kwestie van aandacht geven. Je kunt ook houden van die hondjes, ze maken je eenzaamheid draaglijk. Er zit iets in die dienstbaarheid wat ons met elkaar verbindt en wat we daarom in de buurt willen houden. Zo gezegd lijkt het of ik iets heel slims observeer, maar zo voelt het niet. Bij mij vertaalt het zich in een soort staren, ja naar wat eigenlijk? Naar wit, naar woorden, woorden die uitlopen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Licht verzet

Ik houd niet van bevelen. Zo te zien houd ik meer van een bekentenis. De vraag is of ik een goede titel had gekozen met bladder dit. Nu sta ...