woensdag 18 mei 2022

Deducatie

Sport is deducatie. Vroeger wist ik dat nog niet. Wat was het allemaal mooi als we rond het klimrek schaatsten in de rol van Art en Kees onder het oog van zuster Annet. Later voor de buis lieten we de rondetijden aan mijn zus over met bloknoot op schoot. Broer schaatste door de gang tegen zichzelf met commentaar van zichzelf. Sport was zo veel. Het was wat je deelde. Het was wat je was door het (niet) te zijn. Fietste je richting Heksenberg (3% stijging) dan was je Hennie Kuiper.

Ook voor cultuur was er plaats, en wel in de vierde. Meester Alberts maakte ons warm voor Cassius Clay en de Spelen van München, liet ons luisteren naar de Bolero en de Danse macabre en leerde ons buiten schooltijd blokfluit. Vergeet ook juffrouw Strikwold niet die de blokfluit al onderwees in de eerste. Gingen we met pap en mam naar de Negende, dan was dat omdat het zo leek op het liedje in de kerk. We lieten ons zo nu en dan opvoeden, binnenvoeren, vervoeren.

Hoe zou je deducatie moeten vertalen? Is het de vervoering die ons werd bijgebracht? En waarvan werden we dan ver gehouden? Nog steeds lig ik naar de Giro te koekeloeren. Met een schuin oog kijken we naar natuur en architectuur. Het is de prijs die we betalen voor de eeuwige stroom sport die naar de meet beweegt en bij de meet terugkijkt naar de rit waarin weinig gebeurt. Zo leren we wel iets, we leren dat er weinig gebeurt. De vervoering voert ons naar de kleine intensiteiten. Gaan we naar het concert, dan zien we de sport. Inspanning, competitie, vervoering, weinig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Licht verzet

Ik houd niet van bevelen. Zo te zien houd ik meer van een bekentenis. De vraag is of ik een goede titel had gekozen met bladder dit. Nu sta ...