zaterdag 5 maart 2022

Ik en de narcis

De narcis staat er goed bij. De mythe wil dat de narcis zijn kopje gebogen houdt om naar zichzelf te kijken. Zo ver buigt de narcis zijn hoofd niet, zie ik, hij kijkt naar voren, naar de andere narcissen, of weg. Misschien luistert hij, of spreekt hij. Zou hij ons een les leren en is dat dan de les van het narcisme? Dat zou wel mooi zijn, bloemen houden van mensen.

Omgekeerd houden wij ook van bloemen. Ik kijk graag naar de narcis, en hoef daarvoor niet eens naar buiten. Liefde kan samengaan met een raam ertussen. De vergankelijkheid deert me niet, we overleven elkaar, de narcis is ook een soort. Op rokend puin zal de narcis getuigen van een liefde die voorbijgaat aan de mens. Omdat we dat niet meer meemaken zullen we nu al houden van de herinneringen van de narcis.

De narcis is snel gekwetst. Ook daarom goed dat het raam ertussen staat als ik over hem praat. Het raam staat onze liefde dus niet in de weg. Integendeel, ik ga nu extra op mijn woorden passen (sowieso een goed ding), liefde is wel het minste wat ik kan zeggen. En ik zeg wel narcis, maar zou een narcis niet net zo mooi zijn als hij niet narcis heette? In de narcis zie ik mezelf, ik voel me verbonden met dit andere wezen en verbeeld me dat de narcis even naar binnen kijkt, waar ik op mijn bankje lig te bloggen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Licht verzet

Ik houd niet van bevelen. Zo te zien houd ik meer van een bekentenis. De vraag is of ik een goede titel had gekozen met bladder dit. Nu sta ...